Rinke Kortenbach van RBK Group deelt zijn inzichten over waarom hygiënisch ontwerpen in de foodindustrie verder gaat dan alleen geavanceerde machines. Ontdek waar het vaak misgaat en hoe dit te voorkomen is.
“Er zijn tegenwoordige prachtige hygiënisch ontworpen machines, apparatuur en oplossingen op de markt. Maar daarmee ben je er niet… Dan begint het pas!” zegt Rinke Kortenbach van RBK. Hij vertelt waar en waarom het in de praktijk vaak mis gaat. En natuurlijk: hoe dat te voorkomen.
“Hygiënisch ontwerpen anno 2023 is ‘het koppelen van knowhow en het integraal toepassen daarvan, en zorgen dat er een samenwerkend en functionerend geheel ontstaat’. Een machine kan nóg zo goed ontworpen zijn, op de verkeerde plek komt dat niet tot zijn recht. Waar zet je het neer? Waar hang je het op? Hoe werk je het af? Hoe garandeer je je zonering? Denk ook aan de drainagesystemen en de positionering van putten en goten ten opzichte van de machines. Maar ook aan de procedures, validatie en verificatie van de schoonmaak. Wat doe je, hoe en wanneer? Welke instructies krijgt het reinigingspersoneel? Het maakt allemaal onderdeel uit van het hygiënisch ontwerp van je fabriek.”
Waar gaat het mis?
“Vroeger zaten de verbeterpunten vooral in de detaillering, zoals onbereikbare reinigingsvlakken. Of een wasbak met een euro-stopcontact eronder, in een gekoelde ruimte, precies in de worp van een koeler waardoor er altijd condens op zit. De elektriciteit klapt er door al dat vocht keer op keer uit. Je bent het zat, trekt de stekker eruit, en hebt opeens een dubbel hygiënisch probleem want nu werkt de wasbak niet meer. Tegenwoordig zijn er maar weinig partijen in de food die deze fout nog zullen maken. Toch zie ik in foodfabrieken geregeld problemen op plekken waarvan ik weet dat dat makkelijk voorkomen had kunnen worden.”
Zoals? Geef eens een voorbeeld?
“Ik was laatst in een fabriek waar een dure, hygiënisch ontworpen, menger stond. Het bordes ervoor was qua hygiënisch ontwerp helaas een sluitpost. Een vast trappetje leidde naar een bordes van tranenplaat waarvan de onderzijde nauwelijks bereikbaar was. Een schoonmaker moest echt op de grond gaan liggen om alles goed te reinigen. Conclusie: met deze totaaloplossing had je die dure menger net zo goed niet hoeven te kopen. Een ander voorbeeld: bij een rondgang in een foodbedrijf zag ik nette afwerkstripjes, prachtige kitnaadjes, een mooi koelertje. Maar toen viel mijn oog op wat vreemds, en ik zag ongeveer wel voor me hoe dat gegaan moet zijn. Een installateur is bezig met de vloerverwarming, legt de buizen en laat ze op één plek allemaal samenkomen. Prachtig: precies onder de machinekamer. De vloer wordt gestort. Dan komt de uitvoerder erbij. Hij ziet de situatie en denkt: ‘Oh shit… de hoofdverdeler zit midden in de productieruimte!’ Hij overweegt nog even om de buizen anders te laten leggen, maar hij staat daar tot de enkels in de modder hè… Dus nee, die buizen haalt hij er natuurlijk niet uit. Dat ding zit gewoon dáár. En hij moet dóór. Dus nu staat er een hoofdverdeler op een heel rare plek, die niet hygiënisch schoon te houden is.”
Rinke is op dreef. Hij komt al jarenlang in foodfabrieken, kent de pijnpunten en weet hoe makkelijk het mis kan gaan. De voorbeelden van hygiënische probleempunten vliegen over tafel. Mijn oren klapperen.
Hoe kunnen dit soort fouten voorkomen worden?
“Ik denk dat de bron vaak ligt bij de druk op voortgang: de eerste paal zo snel mogelijk de grond in stampen! Zichtbare ijkomenten geven opdrachtgevers het gevoel: ‘Mooi, het project verloopt voortvarend! Hoe sneller mijn gebouw er staat, des te eerder kan ik gaan leveren.’ De keerzijde van deze druk is dat je verderop in het traject maar zo een bak ellende kan krijgen, omdat er over veel aspecten niet goed is nagedacht. Het is echt zinvol, en uiteindelijk tijd- en kostenbesparend, om een bouw goed en integraal voor te bereiden. Misschien gewoon wat later te beginnen. Je moet jezelf als foodondernemer steeds de vraag stellen: ‘Wat is de rol van mijn gebouw in de kostprijs van mijn product?’ Daar komen heel veel aspecten bij kijken.”
“Wij houden nauw contact met de markt. Je staat ervan te kijken hoeveel knowhow er zit bij de TD van fabrieken en bij de leveranciers; van koudetechniek, machines, isolatiepanelen, vloeren, enzovoort. We vullen elkaar vaak mooi aan qua kennis en expertise. Zíj worden om 3 uur ’s nachts uit bed gebeld om oplossingen te bieden als er iets fout gaat. Wat wij doen is die kennis herkennen, erkennen en met elkaar integreren. Al onze gezamenlijke knowhow leggen we zoveel mogelijk vast in leveringsomschrijvingen.”
“Bij RBK worden alle vragen die bepalend zijn voor je bouw- én hygiënische kwaliteit behandeld en beantwoord door mensen die bij elkaar in één ruimte zitten. Dat komt 100% ten goede aan je voorbereiding, waardoor je in de bouw, en bij de ingebruikname van het gebouw, veel minder ‘oh-shit’ momentjes hebt. Bijkomend voordeel van deze voorbereiding is dat we het plan zodanig in tekeningen en omschrijvingen vatten, dat de klant ermee de markt op kan voor de aanbestedingen. De gewenste kwaliteit ligt dan vast in de contracten die hij kan ondertekenen. Over die contracten is integraal nagedacht; ze bevatten kennis van werktuigkunde, elektrotechniek, koeling, productie, milieu, automatisering, noem maar op. We sparren intern en extern met elkaar. Samen worden we steeds slimmer. Zie ons als een brenger en verbinder van kennis op de weg naar een hygiënisch volledig beheersbare productieomgeving.”
Artikel verschenen op 27 november op RBK: Optimale hygiëne in foodindustrie met integrale aanpak (vakbladvoedingsindustrie.nl)