De brief van de netbeheerder kwam op een slecht moment. Michael Lewis Company had plannen om uit te breiden, maar had inmiddels zijn contractvermogen al overschreden. De waarschuwing was helder: als het zo doorging, kon afsluiting volgen. En dat was geen risico dat je kunt nemen als je afhankelijk bent van constante, industriële koeling.
De logistiek dienstverlener in diepgevroren airline-maaltijden had net besloten zijn vriescapaciteit flink uit te breiden. Klanten vroegen om grotere voorraden. Leveranciers wilden zekerheid. En intern groeide het besef: dit kan en moet energie-efficiënter. De vraag is alleen hoe.
“Uiteindelijk kun je zelfs worden afgesloten, wat natuurlijk heel onwenselijk is met het oog op de continuïteit,” zegt Erik IJsselstein, facility manager bij Michael Lewis Company. “Bovendien lagen er net plannen voor een uitbreiding van onze vriescapaciteit.”
Liever met de bestaande koelinstallatie
Michael Lewis Company ging in gesprek met verschillende partijen. De standaardreactie: een nieuwe installatie. Groter, zwaarder, moderner. Maar het klopte niet qua timing, kosten, en vooral niet qua effect. Een zwaardere installatie betekent ook een zwaardere belasting van het net. En daar zat het probleem nu juist.
Het bedrijf zocht iets anders. Geen uitbreiding op papier, maar daadwerkelijke ruimte in de praktijk. Slimme techniek in plaats van méér techniek.

Energie-efficiënte oplossing zonder verbouwing
In samenwerking met RBK Food Projects werd een alternatief onderzocht. Geen nieuwe installatie, maar beter gebruik van wat er al was. De koel- en vriesinstallaties werkten naar behoren, maar volgden een vast patroon, zonder rekening te houden met beschikbaar energie-aanbod of schommelingen in netbelasting.
Het voorstel: benut de bestaande installatie op slimmere momenten. Verschuif het verbruik naar momenten waarop er wel ruimte is. Gebruik eigen opwek zoveel mogelijk direct. En voorkom dat er gekoeld wordt op de duurste of drukste momenten van de dag.
“We richten het verbruik optimaal in,” zegt Theo Vliek, sales director bij RBK. “We voorkomen zoveel mogelijk starts en stops, en bufferen energie. Regie voeren, daar gaat het om.”
Het bleek de sleutel tot duurzaam bouwen zonder te slopen.
Bufferen met vriescellen: producten als energie-opslag
Het principe is relatief eenvoudig. Door vriesproducten tijdelijk iets kouder op te slaan dan nodig is, ontstaat ruimte in het systeem. Op momenten met veel zonne-energie draait de installatie harder. De producten nemen die extra kou op. Die thermische buffer wordt later benut, op momenten waarop het verbruik juist omlaag moet. “Simpel gezegd functioneert het product dus als koelelement,” zegt IJsselstein.
In de praktijk betekent dit: minder pieken, minder druk op het net en een gelijkmatiger belasting. En dat allemaal zonder ingrepen in de techniek. De installatie draait wanneer dat energetisch logisch is. Niet alleen wanneer de temperatuur een grens bereikt.

Geen verspilling van zonne-energie
Een deel van het dak van Michael Lewis Company is voorzien van zonnepanelen. Maar het bedrijf mag niet terugleveren aan het net. Dat betekent dat alles wat wordt opgewekt, direct gebruikt moet worden. Bufferen maakt dat mogelijk. Op dagen met veel zon wordt het overschot aan energie ingezet om de vriescellen tijdelijk extra af te koelen. De installatie draait dan intensiever, maar binnen het eigen vermogen. Later hoeft ze minder te doen.
Het effect? De opgewekte energie gaat niet verloren. En het totale verbruik daalt.
Realtime sturen met FOPRO
Om dit proces goed te laten verlopen, is een vorm van sturing nodig. We installeerde het besturingssysteem FOPRO, ons eigen platform voor industriële koude-installaties. Het systeem kijkt verder dan temperatuur. Het houdt rekening met beschikbaar vermogen, zonne-opbrengst, koelvraag en het ingestelde contract.
FOPRO is gekoppeld aan andere systemen in het gebouw en stuurt alles real-time bij. Zo ontstaat er rust in de installatie, balans in de keten en grip op gedrag.
“Je wilt energie gebruiken op momenten dat dit het voordeligst is,” zegt Vliek. “Dus moet je daar slim op sturen.” De fabriek wordt er niet groter van. Maar wel slimmer.
Stabiele prestaties in de zomer
Het systeem draait inmiddels probleemloos. En dat terwijl de warmste maanden nog moeten komen. “We hebben minder verbruikt dan voorheen,” zegt Erik IJsselstein. “En we zitten nu al op een grotere capaciteit.”
De producten in de vriescel werken nu mee, in plaats van alleen gekoeld te worden. De energie volgt niet langer een vast ritme, maar wordt gestuurd op beschikbaarheid en logica. Een typisch voorbeeld van slimme techniek die bestaande middelen beter benut.
De uitbreiding die eerder onmogelijk leek, is nu realiteit. En dat zonder contractwijziging, netverzwaring of extra investering in hardware.
Ruimte binnen je bestaande systeem
Onze aanpak draait niet om standaardisatie. Er is geen blauwdruk die past op elk bedrijf. Maar de gedachte is wel universeel: wie beter begrijpt hoe en wanneer energie wordt verbruikt, kan met dezelfde middelen meer doen.
De sleutel ligt niet in zwaardere techniek, maar in het sturen van processen. In het benutten van momenten. In het herkennen van patronen.
In Dinteloord hebben ze geleerd dat slim sturen leidt tot lagere pieken. Slim bouwen niet meer, maar beter betekent. En dat een slimme fabriek niet hoeft te groeien in vierkante meters wanneer ze groeit in gedrag.
Werkt jouw installatie hard, maar niet slim?
Misschien is het tijd om anders te kijken. Niet naar wat erbij moet. Maar naar hoe het systeem zich gedraagt.
Ontdek wat onze aanpak voor jouw organisatie kan betekenen. Neem vrijblijvend contact met ons op via rbk.nl/contact.
Lees het originele artikel in het Vakblad Voedingsindustrie via hun website: https://vakbladvoedingsindustrie.nl/